Zonder dat Guus het in de gaten had gehad, vierde hij plotseling zijn tachtigste verjaardag. Op die 12e mei stond hij zich met zo’n eenvoudig wilkinson-mesje in de badkamer te scheren, keek hij zichzelf even diep in de ogen en kwam hij niet verder dan
‘Tjeeeeeee” te denken. Hoeveel van die mesjes zou hij in de laatste zesenzestig jaar hebben gebruikt? Hoeveel uur zou hij daarbij voor de spiegel hebben gestaan zonder zich af te vragen hoe oud hij nu eigenlijk was? Zo lang hij zich prima voelde en alles nog kon doen – en laten – wat hij wilde, deed het er helemaal niks toe om daar een passend aantal jaren achter te zetten. Doet het er werkelijk iets toe hoe groot je tuin is en eruit ziet? Maakt het ook maar een millimeter uit of je op een dag dertig kilometer fietst of drieëndertig? Zolang hij dat soort dingen zonder ook maar enige extra inspanning leverde, dééd het aantal jaren er helemaal niks toe. En als hij helemaal eerlijk moest zijn: hij hoefde er zich geen moment extra voor in te spannen, hij voelde geen enkel verschil tussen z’n vijftigste en tachtigste. En als je dat niet voelt hoef je daar ook niet telkens bij stil te staan. Toen hij dat op die 12e mei voor de spiegel en met dat scheermesje in z’n hand had bedacht, sloot hij die klus af met een “Zo is het nu eenmaal en ik geniet er nog steeds met volle teugen van.”
Het enige waar hij soms een beetje last van had, was dat hij weleens het idee had dat hij in de dagelijkse praktijk van zijn leven zo weinig voor de mensen in zijn omgeving kon betekenen.
Hij was al een flink poosje met pensioen, deed bijna altijd dingen die hijzelf – of zijn vrouw – plezierig vond, maar dat was het dan wel zo’n beetje. Nog steeds regelmatig een dagje treinen en een mooie plaats bezoeken, nog eens nauwkeurig nagaan of er nog leuke musea in hun omgeving waren, ’s zomers zelfs zo nu en dan een dagje strand en het jaarlijks terugkerende hoogtepunt in zijn leven was toch weer een mooie vakantie uitzoeken en die plannen in de praktijk realiseren. Aan vliegen of bootcruises had hij al levenslang een gloeiende hekel gehad en dus was er nog steeds geen haar op zijn hoofd die eraan dacht om hun heerlijke caravannetje op te ruimen. Maar met enige regelmaat moest hij zichzelf toegeven dat al die dingen niks te maken hadden met iets doen voor medemensen die het minder goed hadden getroffen dan hij. In de praktijk van alledag leek het erop dat dit aantal met de dag groter werd. Hoe vaak hadden ze dit jaar al een bezoek aan een bejaardenhuis, een zorginstelling of zelfs een begrafenis moeten brengen omdat er iemand uit hun omgeving door een noodlot was getroffen? Wat had hij ook in de voor die persoon moeilijke tijd kunnen betekenen? Als hij heel en heel eerlijk was, kreeg hij bij het bedenken van het antwoord op die vraag meestal een rottig gevoel: eigenlijk bijna helemaal niks. Als hij hoorde dat er iemand in zijn omgeving ziek was geworden, geopereerd moest worden of in één of ander tehuis zou worden opgenomen, bracht hij – meestal met zijn vrouw samen – weleens een bezoek aan zo iemand, maar daar hield hij doorgaans een wat negatief gevoel aan over. En hoe vaker er zoiets gebeurde, hoe eenzamer hij zich ging voelen. Het enige wat hij echt voor zulke mensen kon betekenen was er zíjn. Maar daar bleef het dan ook bij.
Heel vaak hadden zijn vrouw en/of andere mensen uit zijn omgeving er bij hem op aangedrongen zich ook eens ergens bij aan te sluiten: een zangkoor, een bridgeclub of een wandelgezelschap bijvoorbeeld. Maar van zichzelf vond hij dat hij het zingen beter kon laten omdat hij dat niemand wilde aandoen, dat hij er geen enkele zin in had om hele middagen en avonden te vertoeven in gezelschap van mensen die alleen maar winnen wilden, en dat hij liever in z’n eentje over de hei en door de bossen fietste dan vijf kilometer per uur al kletsend rond te lopen. En dus had zijn toch best creatieve geest het soms best moeilijk om alweer leuke dingen te bedenken. Zelf vond hij dat helemaal niet erg, maar zijn vrouw had er meer moeite mee. Geen wonder: zij had haar werkzame leven grotendeels doorgebracht in de verplegende sector en dan beteken je doorgaans heel veel voor anderen en is het best moeilijk om daar beroepsmatig van de ene op de andere dag mee op te houden. Weliswaar kon zij zo nu en dan wel iets betekenen voor vrienden of mensen in hun omgeving, maar als je die eigenschap in je ziel hebt zitten, wil je die ook het liefste elke dag en/of elk uur in praktijk brengen.
Eigenlijk mag het een wonder heten dat het leven van Guus door een totaal onbenullig voorval een grote wending kreeg: een wending die hijzelf nooit had kunnen bedenken. Nu ongeveer een jaar geleden zat er bij het plaatselijke huis-aan-huis weekblad een los velletje papier, waarin met klem werd gevraagd om mensen die dat blad tegen een behoorlijke beloning wilden verspreiden. Toen hij dat papiertje in z’n vingers had, moest hij ineens denken aan één van zijn oude vrienden die nu al een jaar of drie in een zorginstelling werd verpleegd, en die het daar ontzettend saai vond: zelfs het plaatselijke blad werd nooit meer rondgebracht, gewoon omdat ze er geen bezorgers voor konden vinden.
Guus heeft er niet veel langer dan een kwartier over nagedacht en zijn vrouw sputterde ook niet tegen: hij zou voortaan elke week dat blad in brievenbussen gaan stoppen. Het geld had hij niet nodig, maar wat hij daarmee zou gaan doen, daar zou hij nog over nadenken. Zijn vrouw viel bijna van verwondering van de graat, maar toen ze daarvan was bekomen, kon hij zich bij die bezorgdienst aanmelden. Daar werd hij met open armen ontvangen. In goed overleg kreeg hij een flinke wijk toegewezen, waarbij hij als enige eis stelde dat ook die zorginstelling van die oude vriend daarvan kon profiteren….. Dat was geen probleem.
Daar was hij nu een jaar mee bezig: elke week een flinke stapel bladen door evenzoveel brievenbussen, plus dan nog eens een stapeltje van vijftig bij de receptie van dat tehuis. Voor de financiële beloning had hij een prima oplossing: al vele jaren zorgden hij en zijn vrouw samen via Foster Parents Plan voor twee kinderen in Ethiopië. Dankzij dat weekblaadje kon hij dat aantal verdubbelen, zodat hij wist dat er ook aan de andere kant van de wereld mensen waren voor wie hij iets betekende. Zo simpel kon het leven zijn!
Guus was daar heel gelukkig mee: hoe eenvoudig kunnen sommige dingen worden opgelost? Wel jammer dat hij het gejuich uit Ethiopië niet kon horen als hij weer zo’n blad in een brievenbus stopte…..
Barbara vd Beukel zegt
Heel herkenbaar, als je ouder wordt!
-Als je nog wat kunt en wilt doen, ook voor anderen, is dat heel fijn.
-Als je niet veel meer kunt, kun je nog altijd de telefoon pakken om
een stukje met een ander mee op te lopen en er zo voor de ander te zijn,
ook kun je bidden om kracht van God.
Barbara vd Beukel zegt
Vanmorgen nog zei ik tegen m’n zus: Hé, weer iets wijzer geworden,
en dat is gebeurt nog zo vaak in een gesprek.
Vooral als je alleen bent, dat is toch wat eenzijdig.
Lezen enz vergoedt veel.